Hey Remco, welk traject uit jouw afgelopen 5 jaar bij OpenDoor staat nog helder op je netvlies?
“Mijn allereerste. Een jongen, die ik 35 uur per week begeleidde. Hij was al een flinke tijd geleden uit huis geplaatst. Nu kwam hij terug bij zijn moeder wonen. Daar had hij verder helemaal niks. Geen school, geen vrienden. Ik hielp hem bij een soort re-integratie in de samenleving. We gingen ontdekken waar zijn krachten en interesses lagen, maakten nieuwe vriendschappen voor hem en zochten een geschikte sportvereniging. Na twee jaar zat hij op school, sportte hij en had hij fijne vrienden. Het was intensief en bijzonder. Toevallig hoorde ik een paar maanden geleden nog wat van hem. Ik vond het heel fijn om te horen dat het goed ging. Je wilt niet dat het misgaat, nadat je iemand loslaat.”
Hoe ben je bij OpenDoor terechtgekomen?
“Ik heb de hbo-studie zorgtechnologie gedaan. Ik wilde graag weten hoe we processen konden verbeteren, welke innovaties er waren en hoe we de zorg efficiënter konden inrichten, zodat we het werk van zorgpersoneel makkelijker konden maken en meer tijd overhielden om aan talenten te besteden. Dat doe ik ook nu nog. Ik kijk bijvoorbeeld hoe we AI toe kunnen passen. Mensenwerk blijft mensenwerk, maar met de juiste technologieën kun je wel werk uit handen nemen. En dat is hard nodig, want in de zorg werken steeds minder mensen, terwijl de vraag juist stijgt.”
“Ik kende Mounir vanuit de voetballerij. Hij vroeg of ik een keer mee wilde lopen bij OpenDoor. Dat deed ik en ik vond het gelijk interessant. Ik had daarvoor ervaring opgedaan in de ouderen- en gehandicaptenzorg. De jeugdzorg is echt een andere tak. Onder die groep ligt nog een groot taboe op hulp krijgen. Talenten willen vaak geen hulp, terwijl ze bijvoorbeeld met een buddytraject zoals wij dat aanbieden enorm geholpen zouden zijn. Sterker nog, vroeger had ik daar zelf ook veel aan gehad.”
Hoe is jouw ontwikkeling geweest?
“Ik heb eerst drieënhalf jaar als ambulant begeleider gewerkt. Ondertussen studeerde ik verder, gezondheidswetenschappen en de master zorgmanagement. Ik kreeg na drieënhalf jaar de kans om caseloadmanager te worden. Dat vond ik een interessante uitdaging. Ik coach de begeleiders op hun trajecten, zowel inhoudelijk als qua administratief werk. Ik heb vijftien tot twintig begeleiders onder mijn hoede, met wie ik regelmatig spreek. Daardoor ben ik nu bij veel meer trajecten betrokken. Ik leer ook weer een hoop. Zo begeleid ik sinds het begin van dit jaar enkele vrouwelijke collega’s met vrouwelijke talenten. Zij hebben weer heel andere problematieken dan jongens, denk aan borderline, automutilatie of uithuwelijking.”
Hoe zie je jouw carrière voor je?
“Ik wil eerst mijn studie afronden. Uiteindelijk wil ik wel doorgroeien. Ik vind het leuk om mezelf uit te dagen en te ontwikkelen. Het liefst binnen OpenDoor, want ik heb het hier heel erg naar mijn zin. Het OpenDoor-DNA past bij me: eerlijkheid, openheid, flexibiliteit, op elkaar vertrouwen en bouwen. Ik vind de diversiteit van ons team ook heel leuk. Ik heb veel collega’s met een andere achtergrond dan die van mij. Bijvoorbeeld begeleiders die wat meer streetwise zijn of een andere culturele achtergrond hebben. Ik kom zelf uit een dorp, zat in een basisschoolklas met maar twaalf kinderen en groeide op een boerderij op. Ik kan me daardoor weer makkelijker verplaatsen in de belevingswereld van andere talenten dan mijn collega’s.”
Over ontwikkeling gesproken: hoe heb jij de groei van OpenDoor ervaren?
“Toen ik begon, werkte hier nog geen dertig collega’s. Nu gaan we richting de negentig. Die groei was echt nodig, gezien de vraag. Het gevaar is dat je zo hard groeit, dat je het OpenDoor-DNA verliest. Gelukkig trapte het managementteam op tijd op de rem. Kwaliteit gaat boven kwantiteit bij ons, dat vind ik een hele goede beslissing.”