Vallen en weer opstaan

Onderwijsgroep

Stichting OpenDoor vangt talenten op voor wie even geen plek is op school. Zij voelen zich niet thuis in de klas, hebben last van psychische problemen of vertonen ongewenst gedrag. Om te voorkomen dat zij buiten de maatschappij vallen, richtte OpenDoor de onderwijsgroep op. Een vangnet, waarbij ze wél aan school werken, maar dan met een aanpak op maat. “We verkleinen de stap terug.”

Gepest, niet gezien, gedragsproblemen

Het is een rustige woensdagochtend in Kruisland. In het gebouw waar ook de kleedkamers van de plaatselijke voetbalvereniging zitten, buigen zich nu zes jongeren over hun schoolwerk. Het is de onderwijsgroep van Stichting OpenDoor. “Dit is een vrij rustige groep. Vorig jaar was dat wel anders.” Aan het woord is Diego, een van de begeleiders van de onderwijsgroep in Kruisland. Inmiddels heeft OpenDoor ook een onderwijsgroep in Roosendaal.
 
De eerste groep is ontstaan om jongeren voor wie even geen plek is in het reguliere voortgezet onderwijs op te vangen. Zij komen via een doorverwijzing van de gemeente, rechter, school of een dokter bij OpenDoor, om uiteenlopende redenen. Ze werden bijvoorbeeld gepest, vertoonden gedragsproblemen in de klas of voelden zich niet gezien. “Sommigen zitten al twee jaar thuis. Ze pakken hier de draad weer op. Zonder druk, met ruimte om te vallen en weer op te staan. En ze worden geaccepteerd. Dat is voor bijvoorbeeld gepeste kinderen heel belangrijk”, legt Diego uit.
 
De begeleiders rijden iedere dag door West-Brabant, Zeeland en Goeree-Overflakkee om de jongeren thuis op te halen en af te zetten. “Zo zorgen we ervoor dat ze echt komen. Soms zit ik letterlijk op de rand van iemands bed en zeg ik: ‘Ik blijf hier wachten, tot je meegaat.’ Vervolgens leg ik uit wat de consequenties zijn als ze thuisblijven.” De talenten werken aan hun terugkeer naar school. “Wij verkleinen die stap.”
 

Allerlei achtergronden en niveaus

OpenDoor houdt continu contact met de onderwijsinstelling. Vanuit school krijgen de talenten leerdoelen mee, waar ze iedere ochtend individueel aan werken. “In het begin is het al genoeg dat ze hier aanwezig zijn en weer een dagritme hebben.” Een onderwijsassistent is aanwezig om waar nodig te ondersteunen. Lukt het even niet? Dan mag een jongere ook wat anders doen. Diego: “Bijvoorbeeld even mee boodschappen kopen voor de lunch. Daar leren ze ook weer van, goed met geld omgaan bijvoorbeeld.”
 
Het zijn leerlingen van allerlei achtergronden en niveaus: van vmbo tot gymnasium. “In de samenleving bestaat hier vaak een bepaald vooroordeel bij. Dat het allemaal kinderen zijn met gedragsproblemen in de klas. Dat klopt niet.” In de middag volgt een activiteit, waarbij ze aan andere vaardigheden werken. Ze gaan bijvoorbeeld koken, boksen of krijgen seksuele voorlichting.
 

 
Een van de jongeren in Kruisland is de 16-jarige Tobias. Hij heeft ADHD en kon zich maar moeilijk concentreren op school. “Daarnaast zag ik het nut niet in van de dingen die ik daar leerde. Ik werd echt depressief. Als OpenDoor er niet was geweest, had ik nu problemen met leerplicht.” Hij zit inmiddels 4 maanden in de onderwijsgroep. “Ik ben nu veel gelukkiger. Het contact is hier heel persoonlijk. Ik heb het nodig om veel te bewegen en mag in de groep tussen mijn schoolwerk door soms even rondlopen.”
 
Diego gaf al aan dat de groep van een jaar eerder een stuk lastiger was dan die waar Tobias nu in zit. “Daar zaten veel jongeren in met problemen met gezag, die grofgebekt waren. Hoe je daarmee omgaat? Geduld hebben en op de juiste momenten ingrijpen. Iemand apart nemen en de consequenties van zijn of haar gedrag uitleggen.”
 

Loverboys

Inmiddels is ook Yoeri gearriveerd. Yoeri is de coördinator van de onderwijsgroepen. Inderdaad, meervoud: inmiddels heeft OpenDoor een tweede en zelfs derde groep. De stichting wil niet meer dan acht leerlingen per groep om de aanpak persoonlijk te houden. Daardoor ontstond er wel een wachtlijst, de aanleiding om extra groepen op te richten.
 

 
Yoeri herinnert zich de groep waar Diego over sprak ook nog goed. Daar zat onder andere een meisje van 13 in. “Die schold me op dag één al uit. Ik zei toen heel rustig: ‘Je bent boos, ga maar even apart buiten zitten.’ Vervolgens heb ik haar een paar uur laten afkoelen. ‘Ben je nu rustig? Dan kunnen we even praten’, zei ik. Ik ging het gesprek aan. Vroeg waarom ze boos was. Zij was zo’n rustige reactie niet gewend. Ze begon te vertellen, had een heel schrijnend verhaal, met een erg vervelende thuissituatie. Haar ouders waren gescheiden en ze was bijna altijd alleen.
 
Uiteindelijk belandde ze in de handen van Amsterdamse loverboys.” Het was een flinke uitdaging om haar te helpen, legt Yoeri uit. “We hebben haar drie of vier keer bijna weggestuurd. En als dat gebeurt, wordt het echt lastig voor een talent. Nu, een jaar later, is ze weer terug op haar school en gaat het een stuk beter. Dat geeft voldoening. Ze zei laatst tegen me: ‘Het was echt niet oké hoe ik toen tegen jou deed.’”
 

Van huiselijk geweld tot suïcide

De begeleiders horen vaker dit soort schrijnende verhalen. “Kinderen die een suïcidepoging hebben gedaan. Zichzelf beschadigen, waarbij je ook echt de snijwonden ziet. Jongeren die verslaafd zijn aan harddrugs, met ouders die veel alcohol drinken en huiselijk geweld. Of talenten die nieuw zijn in Nederland en door hun ervaringen onderweg een trauma hebben opgelopen. Het gedrag komt altijd ergens vandaan.”
 
Yoeri, Diego en hun collega’s hebben de mogelijkheid om het verhaal achter dat gedrag te leren kennen. Yoeri: “Valt iemand in slaap in de onderwijsgroep? Dan vragen we: ‘Waarom ben je moe?’ Als je goed luistert, kun je ze helpen. Iets extra’s voor ze doen. Bijvoorbeeld met de ouders gaan praten of psychische hulp regelen.” Daarnaast helpt het dat de jongeren her- en erkenning vinden bij de begeleiders. “Ze voelen dat wij geen standaard hulpverleners zijn, maar ook een bepaalde achtergrond hebben. Dat we oprecht zijn en hen begrijpen.”
 
De coördinator schat in dat zeven van de tien jongeren terug in het onderwijs terechtkomen. De andere drie gaan werken of naar een andere plek. “Als we iemand echt niet kunnen helpen, dan baal je daarvan, maar weet je ook: wij hebben er alles aan gedaan.”
 

Seksuele voorlichting

Deze woensdag wordt afgesloten met een les seksuele voorlichting. De talenten kijken naar een documentaire waarin jonge meiden foto’s maken van zichzelf in lingerie. Die beelden gaan vervolgens de hele school door. Trajectbegeleider Vanessa van OpenDoor begeleidt de middag. Ze gaat met de zes aanwezige talenten in gesprek en laat ze nadenken over de reacties van de verschillende karakters uit de documentaire en de gevolgen daarvan.
 
Aan het einde van de dag brengen de begeleiders de talenten weer terug naar huis. Diego: “Het is leuk om de ontwikkeling te zien, om ze te zien opbloeien.”