Op het Aventurijncollege, een school voor voortgezet speciaal onderwijs in Bergen op Zoom, biedt Stichting OpenDoor sinds een jaar via het Onderwijs Zorg Arrangement (OZA) extra pedagogische ondersteuning aan kinderen die niet in het regulier speciaal onderwijs kunnen functioneren.
Voor Stichting Open Door is Bert den Ridder als trajectbegeleider nauw betrokken bij de zogeheten OZA-klassen. Hij verklaart het doel van deze vorm van jeugdhulp, waarbij school, ouders en specialisten vanuit verschillende disciplines met elkaar samenwerken om kinderen zo adequaat mogelijk te helpen: “We willen laten zien dat de inzet van professionele begeleiding door pedagogen ter ondersteuning van docenten in het onderwijs uiteindelijk schooluitval van kinderen verkleint. Daarnaast wordt het perspectief van jongeren vergroot door ervoor te zorgen dat ze een certificaat of diploma behalen. Maar we stimuleren ze ook in hun persoonlijke ontwikkeling door middel van sport- en vormende activiteiten. Daarbij kijken we altijd naar de kwaliteiten en interesses van het kind.”
Persoonlijke aandacht
De klassen op het Aventurijncollege zijn in twee kleine groepen van maximaal tien leerlingen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar opgedeeld, waardoor een individuele aanpak op maat mogelijk is. “Dat is ook nodig, want kinderen die les krijgen in een OZA-klas, kunnen de drukte van een reguliere schoolklas niet aan” geeft Bert aan. “De leerlingen die wij begeleiden hebben vaak te maken met een instabiele thuissituatie, hebben in het verleden bepaalde trauma’s opgelopen en scoren op cognitief niveau lager dan leeftijdsgenoten die regulier (speciaal) onderwijs volgen. Als die groep niet intensief begeleid wordt in een schoolse setting en je daarbij geen duidelijke kaders schetst, raak je ze kwijt. Met alle gevolgen van dien. Daarom is het heel goed dat deze vorm van pedagogische hulpverlening, waarbij de leraar zich bezighoudt met kennisoverdracht en wij met de begeleiding van jongeren, in het onderwijs bestaat.”
Veilige omgeving
In die begeleiding staan school en Stichting OpenDoor niet alleen. Ze worden bijgestaan door Jolanda Fiktorie. Zij is werkzaam bij Inzet voor Zorg als gedragswetenschapper en in die rol sinds oktober vorig jaar ook betrokken bij de OZA-groepen binnen het Aventurijncollege. Jolanda is twee keer per week aanwezig op school en praat met docenten en begeleiders om ze handvatten te bieden waardoor jongeren stappen voorwaarts blijven maken. Ook zij ziet voor de OZA-doelgroep een meerwaarde in de combinatie van onderwijs en pedagogische hulpverlening. “Dat komt omdat het arrangement goed aansluit bij de behoeftes van de leerlingen”, aldus Jolanda. “Er is in dit type onderwijs ook veel aandacht voor het sociaal-emotionele stuk. Kinderen worden gestimuleerd om in groepsverband te werken met leeftijdsgenoten. En dat in een veilige, schoolse omgeving waarin heel scherp gekeken wordt naar de behoeftes van kind. Ook zetten we in op emotieregulatie en mentaliserend vermogen bij leerlingen, waardoor ze leren inschatten en snappen wat mensen denken en hoe ze zich voelen.”
Wat Jolanda betreft werpt de intensieve samenwerking tussen Stichting OpenDoor, docenten en haar eigen persoon nu al de vruchten af. “We zijn pas kort bezig en het is hard werken. Je hebt namelijk te maken met veel partijen waar mee geschakeld moet worden, maar we maken zeker stappen in de goede richting. Een positief signaal is bijvoorbeeld dat jongeren die sinds januari op de OZA-klassen zijn ingestroomd, zich op hun gemak voelen en daardoor de focus kunnen leggen op het onderwijs. Laatst kwam er een leerling naar me toe die aangaf binnenkort met haar moeder naar een andere plaats te verhuizen. Dat vond ze ontzettend jammer, omdat ze nu eindelijk op een school zat waar ze niet gepest werd. Aan de ene kant een compliment, omdat het kind op haar plek is en de hulp krijgt die ze nodig heeft. Maar tegelijk ook treurig dat we haar straks niet verder kunnen helpen.”
Een belangrijke rol binnen het OZA is volgens de gedragswetenschapper ook weggelegd voor ouders. “Die relatie is ontzettend belangrijk. Wanneer de onderlinge communicatie tussen school, hulpverlening en het thuisfront goed is, zijn ouders eerder bereid met ons mee te denken. Dat komt uiteindelijk de ontwikkeling van het kind ten goede.”
Zorgdoelen
Om kinderen perspectief te kunnen bieden, werkt Stichting OpenDoor met zogeheten zorgdoelen. “Daarin worden een aantal zaken meegenomen”, geeft Bert aan. “Zoals al eerder gezegd kijken we waar de kracht en interesses van een kind liggen, zodat ze een diploma halen en bijvoorbeeld een vervolgopleiding op MBO-niveau aan kunnen gaan. Maar we concentreren ons bij het maken van die doelen ook op het oefenen van mentale weerbaarheid. Dat kan bijvoorbeeld door het geven van agressietrainingen, zodat kinderen hopelijk niet meer in conflictsituaties terecht komen en minder beïnvloedbaar zijn. Of activiteiten waarbij het nadenken over normen en waarden aan bod komt.”
Verschil maken
Net als Bert namens Stichting OpenDoor hoopt Jolanda met haar expertise als gedragswetenschapper een positieve bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de leerlingen. “Als kinderen later terugkijken op hun OZA-periode als een fase waar ze zich gehoord en gezien hebben gevoeld en dit de aanzet was tot nieuwe kansen in hun leven, ben ik ontzettend blij. Op die manier hopen we het verschil te kunnen maken.”